Transponeringspunten toevoegen en wijzigen

U kunt de transponering regelen door transponeringspunten aan het transponeringsspoor toe te voegen en deze te wijzigen. Het gebruik van transponeringspunten is vergelijkbaar met het gebruik van automatiseringspunten in het sporengebied.

Een transponeringspunt toevoegen

  • Houd de Command-toets ingedrukt en klik op de transponeringscurve (de lijn) op het punt waarop u het project wilt transponeren.

De waarde van een transponeringspunt wijzigen

  • Sleep het transponeringspunt omhoog of omlaag om de waarde ervan te wijzigen.

    Terwijl u het transponeringspunt verplaatst, verschijnt er een infolabel met de huidige transponeringswaarde.

Een transponeringspunt verwijderen

  • Klik op het transponeringspunt en druk vervolgens op de Delete-toets.

U kunt transponeringspunten met de standaardacties kopiëren en plakken of u kunt de punten slepen terwijl u de Option-toets ingedrukt houdt.

U kunt ook meerdere transponeringsevents gelijktijdig kopiëren of verplaatsen. Dit kan handig zijn voor gedeelten van een project die meerdere keren voorkomen.