Werken met de microfoon
Amp Designer bevat zeven typen virtuele microfoons. Nadat u een kast hebt gekozen, kunt u het type microfoon instellen dat u wilt nabootsen en de plaats van de microfoon ten opzichte van de kast bepalen.
Het venstermenu 'Mic' bevindt zich aan de rechterkant van de zwarte balk. De afbeelding voor de plaatsing van de microfoon verschijnt wanneer u de aanwijzer op het gebied boven het venstermenu 'Mic' plaatst.
Standaard wordt de microfoon in het centrum van de luidsprekerconus geplaatst (dit heet on-axis). Deze plaatsing levert een voller, krachtiger geluid op, dat geschikt is voor blues- of jazzgitaar. Als u de microfoon op de rand van de luidspreker plaatst (dit heet off-axis), ontstaat een helderdere, dunnere klank, die geschikt is voor scherpe rock- of R&B-gitaar. Als u de microfoon dichter bij de luidspreker plaatst, zijn de lage tonen beter te horen.
Een microfoon kiezen
-
Kies een microfoonmodel uit het venstermenu 'Mic' onder de afbeelding van de kast:
Condensatormodellen: Deze modellen bootsen het geluid van geavanceerde studiocondensatormicrofoons na. Condensatormicrofoons geven een zuiver, transparant en uitgebalanceerd geluid. Kies 'Condenser 87' of 'Condenser 414'.
Dynamische modellen: Deze modellen bootsen het geluid van populaire dynamische cardioïdemicrofoons na. Dynamische microfoons klinken helderder en scherper dan condensatormodellen. De middentonen worden versterkt, met zachtere lage middenfrequenties, waardoor dynamische microfoons een goede keuze zijn voor een rockgitaargeluid, met name als u wilt dat de gitaar duidelijk uitkomt boven de andere sporen in een mix. Kies 'Dynamic 20', 'Dynamic 57', 'Dynamic 421' of 'Dynamic 609'.
Ribbon 121: Bootst het geluid van een bandmicrofoon na, een type dynamische microfoon die het geluid registreert op een manier die vaak wordt omschreven als helder of broos, maar toch warm. Deze microfoon is geschikt voor rock, crunch en heldere klanken.
Tip: De combinatie van verschillende typen microfoons kan een interessant geluid opleveren. Dupliceer het gitaarspoor en voeg Amp Designer aan beide sporen toe. Selecteer in beide versies van Amp Designer een andere microfoon terwijl u alle overige instellingen ongewijzigd laat. Stel vervolgens de spoorniveaus in.
De microfoon plaatsen
Plaats de aanwijzer op het gebied onder de afbeelding van de kast om het raster voor de plaatsing van de microfoon weer te geven.
Sleep de witte stip in het raster om de plaats van de microfoon en de afstand tot de kast te wijzigen.