Als u andere Macs in uw omgeving wilt weergeven, schakelt u Wi-Fi in en klikt u op het AirDrop-symbool in de navigatiekolom van een Finder-venster. De ontvangers moeten ook Wi-Fi inschakelen en op het AirDrop-symbool op hun Mac klikken.

De gebruikersafbeeldingen en computernamen van de personen in uw omgeving worden weergegeven in het AirDrop-venster.

Kies 'Deel' > 'AirDrop' in GarageBand.

Voer in het dialoogvenster 'AirDrop' de volgende stappen uit:

• Selecteer 'Project' als u een project wilt delen dat ontvangers kunnen openen en bewerken in GarageBand op een andere Mac.

  Geen van de aan audio gerelateerde instellingen zijn beschikbaar.

• Selecteer 'Nummer' als u een audiomixbestand wilt delen dat ontvanger kunnen openen en afspelen in iTunes of een ander programma dat .m4a-bestanden ondersteunt.

  Hierna kunt u de volgende instellingen wijzigen:

  • Voer in het veld 'Titel' een nieuwe naam in.

  • Kies een audiostructuur uit het venstermenu 'Kwaliteit'.

  • Geef aan of u het hele project wilt mixen of slechts een deel daarvan op basis van het lusgebied of de lengte van de geselecteerde segmenten.

Klik op 'Deel'.

Selecteer de ontvanger in het sheet 'Deel' dat wordt weergegeven.

Klik op 'Verstuur'.

Nadat de ontvanger de bestandsoverdracht heeft geaccepteerd, wordt het project of nummer naar zijn of haar map met downloads overgebracht.