Aangepaste patches bewaren

In de bibliotheek kunt u de instellingen van een patch bewaren en deze instellingen vervolgens op een ander instrument toepassen of in een ander project gebruiken.

U kunt een patch die u zelf hebt aangemaakt uit de bibliotheek verwijderen, maar de patches die standaard deel uitmaken van GarageBand kunt u niet verwijderen.

Een patch bewaren

  1. Selecteer het spoor dat u als uitgangspunt voor de aangepaste patch wilt gebruiken.

  2. Wijzig de patchinstellingen door Smart Controls aan te passen of door plugins toe te voegen of aan te passen, totdat u het gewenste geluid hebt bereikt.

  3. Klik op de bewaarknop rechtsonder in de bibliotheek.

  4. Typ een naam voor de bewaarde patch in het venster dat wordt weergegeven.

Aangepaste patches worden bewaard in een map 'User Patches' in de bibliotheek. (Deze map wordt in de bibliotheek aangemaakt wanneer u voor het eerst een patch bewaart.) U kunt deze patches in elk GarageBand-project gebruiken.

Een bewaarde patch verwijderen

  1. Selecteer het spoor en klik op de bibliotheekknop Bibliotheekknop als de bibliotheek nog niet geopend is.

  2. Selecteer in de bibliotheek de patch die u wilt verwijderen in de lijst aan de rechterkant en klik op 'Verwijder'.

Belangrijk: Nadat u een patch hebt verwijderd, kunt u het voor geen enkel project meer herstellen. De verwijdering van een patch kan niet ongedaan worden gemaakt.